In gesprek met Tineke de Nooij en Matty Plante – overdracht van projectleiderschap

Tineke de Nooij is anderhalf jaar projectleider geweest van Slimme en Duurzame Mobiliteit regio Zwolle. In deze korte periode heeft ze een goed fundament gelegd en mooie successen behaald met het team. Door haar groeiende werk als strategisch beleidsadviseur werd het tijd om het stokje over te dragen. Matty Plante, projectleider sinds dit jaar van Twente Mobiel, neemt met beide handen deze uitdaging aan. Een open gesprek tussen twee bevlogen projectleiders over de veranderende wereld van mobiliteit en duurzaamheid.
Een onbekend terrein
Tineke: “Als je niet helemaal thuis bent in mobiliteit, weet je niet wat er allemaal mogelijk is op het gebied van reizen en vervoer: Hoe kan de dagelijkse reiziger weten wat er allemaal mogelijk is, hoe je het handigste van A naar B komt? Er is gewoonweg nog te weinig zichtbaar over dit onderwerp. En bij werkgevers vormt mobiliteit slechts een klein onderdeel van het beleid. Gelukkig zie ik de laatste tijd wel dat dit een steeds grotere plek krijgt.”
Matty knikt: “Als je al wat langer in de Mobiliteitswereld rond loopt weet je wat niet werkt en wat juist wél effectief is. Onze mobiliteitsmakelaars en communicatieadviseurs weten dat onze aanpak effect heeft. Steeds meer mensen pakken de fiets i.p.v. de auto, of mijden de spits. Maar dit effect meten op de weg is gecompliceerd, omdat er in de spits altijd wel files zijn. Daarom hebben we als team ook een extra uitdaging onze successen zichtbaar te maken.”
Tineke vult aan: “Ja, dat is belangrijk voor binnen de provincie en daarbuiten. Het moeilijkste is om mensen bekend te maken met de alternatieven die er zijn. Naast het openbaar vervoer is er meer flankerend beleid met nieuwe maatregelen die nog relatief onbekend zijn. Zoals deelauto’s, speed pedelecs, fiets snelwegen, slimme apps zoals Goabout en Stadup, ketenmobiliteit met hubs en ga zo maar door.”
Matty: “25 jaar geleden was de auto-industrie al bezig met autodeelconcepten. Op dit moment zien we dit concept overal opduiken. Ik vraag me af wanneer de grote fabrikanten inspringen en het concept in combinatie met de deel-fiets breed gaat aanslaan. Het succes van deelgebruik hangt af van de gebruikers en het respectvol omgaan met andermans spullen. Hier ligt voor ons een schone taak in het verschiet: Niet alleen deel-gebruik stimuleren maar ook een stuk gedragsverandering ten aanzien van gebruik.”
Informatie en files
Het onderwerp files komt op tafel. Tineke bekent: “Het gebeurt me toch nog te vaak dat ik op de radio hoor dat er een file is, waar ik dan live in rijdt. En dat terwijl ik een aantal apps heb die mij hierover informatie kunnen verschaffen. Ik zou dit beter moeten checken, maar het zit nog niet altijd in mijn systeem. Ik heb geleerd hoe belangrijk reisinformatie is tijdens dit programma. Met een goede informatievoorziening kun je echt slim reizen en onnodige reistijd vermijden.
In het vorige programma Beter Benutten hebben we tijdens de Internationale Hanzedagen een experiment gedaan met crowd-management en verkeersmanagement. Via social media waren we in contact met bezoekers en gaven we real-time reisadvies. Door de combinatie verkeersmanagement, social media en real time informatie wisten we hoeveel mensen er zouden komen en waren, en hoe we de doorstroom, van, naar en tijdens het evenement konden stimuleren. De impact van mobiliteit op een evenement werd hierdoor heel duidelijk.
Matty filosofeert door: Het bedrijfsleven zou hier ook nog veel meer uit kunnen halen, want in de file staan kost gewoon veel geld. Hoewel er nog steeds veel bedrijven zijn die conventioneel denken, is de mentaliteit van 5 dagen per week, 9 tot 5 voorzichtig aan het veranderen. Er wordt steeds meer geëxperimenteerd met flexibele werktijden en werkdagen. En op basis van file-informatie kun je betere keuzes maken, bijvoorbeeld door eerst thuis te werken en later de weg op te gaan. Of, door de steeds betere digitale mogelijkheden een dag thuis te werken. Het zou een interessante gedachte zijn om misschien collectieve afspraken te maken, zodat men bijvoorbeeld op een bedrijventerreinen samen kan werken aan een betere bereikbaarheid.”
Tineke knikt: “Het lijkt me een mooi idee om meer ‘community’s’ te creëren. Bedrijven denken over het algemeen niet na over hoe hun medewerkers naar het werk komen. En welke mogelijkheden er zijn, en wat dit allemaal oplevert als je het collectief aanpakt. Hier ligt nog een mooie uitdaging.”
Infrastructuur en alternatieven
Extra infrastructuur is soms een hele goede oplossing voor bereikbaarheidsproblemen. “Maar niet altijd de meest snelle oplossing,” geeft Tineke aan. “Het is jammer dat de overheid zo weinig zegt over mobiliteitsmanagement en verkeersmanagement, ofwel de zachte factoren in de aanpak, die wel flink effect hebben. De effectiviteit van de maatregelen kan groter zijn als er meer aandacht aan deze factoren besteed wordt.
Matty: “Absoluut, want hoeveel natuurgebieden zou je moeten platgooien om meer asfalt te leggen, om de verkeersdruk aan te kunnen? En een vraag die daaronder ligt: Zijn er werkelijk zoveel nieuwe wegen nodig en ten koste van wat? Uiteraard zijn veel werkenden afhankelijk van de auto, die voor een bepaald tijdstip op locatie aanwezig moeten zijn. Daar kun je niet omheen. Maar veel automobilisten kunnen wel anders, als iedereen maar een beetje meewerkt. Ploegendiensten op strategische tijden bijvoorbeeld bieden vaak al een verlichting. En ik zie ook dat de kansen die ontstaan door de ontwikkeling van de fiets. De e-bikes maar ook als voor- en natransport van het ov en deelauto’s.
Tineke knikt: “En ik zou inderdaad de ontwikkeling van tijds- en plaats onafhankelijk werken toejuichen. Het heeft natuurlijk met het soort van werkzaamheden te maken, maar er is zoveel nog te ontdekken op dit gebied. Het gaat om vertrouwen en andere doelen stellen. Niet op aanwezigheid, maar op resultaat. En dit vraagt om een andere mindset. De techniek is gelukkig verbeterd en wordt ook steeds beter. Plaats- en tijd onafhankelijk is het middel om de filedruk te verminderen en de pieken in de spits weg te nemen.
“Ik zie dat enorm zitten!” zegt Matty. “Want, je hoeft helemaal niet iedere dag op hetzelfde kantoor van 9 tot 5 te zitten. Ik maak er zelf ook vaak gebruik van en dat werkt heel effectief. Er zijn tegenwoordig zoveel mogelijkheden met het werken in de cloud. De capaciteit van ons asfalt is groot, als we het maar willen delen. En ons programma stimuleert juist het effectiever gebruik van mobiliteit.”
Een dag geen file is een dag niet gewerkt
Matty gaat verder: “Files zullen er altijd wel zijn. In ieder geval nog heel lang gezien het huidige systeem. We hebben dus nog genoeg nog te doen.”
Tineke lacht: “En toch… die file voorziet ook in een bepaalde behoefte denk ik wel eens. Anders zouden mensen toch niet dagelijks in een file gaan staan! Misschien biedt het even een moment rust, tijd om een vriend te bellen, toegestaan te laat komen. Als mensen er echt niet in willen staan, zouden ze er anders mee omgaan. Net zoals de Zwarte Zaterdag, waarom reizen mensen dan toch massaal naar hun vakantiebestemming? Een andere tijd of andere dag maakt al het verschil. En traditiegetrouw gaan we er toch gewoon in. Dus soms denk ik dat we altijd files zullen houden. Een dag zonder file, is een dag niet gewerkt misschien, haha!”
Matty lacht mee: “Ik vind het wel een interessante gedachte! Ik ken mensen die 25 jaar elke dag in de file staan. En toch voelt het zo alsof de files hen iedere dag weer verrassen. De waarde van informatie geldt hier wellicht ook. Als de informatie van alternatieven makkelijk en toegankelijk is, kan er een bewuste keuze gemaakt worden.”
Verantwoordelijkheid delen
Tineke vervolgt het gesprek: “Verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en infrastructuur maken een goede mix. Wat ik zo fijn vind aan dit programma is dat het ook een verantwoordelijkheid is van werkgevers én weggebruikers. We doen het samen. Het ligt dan ook niet alleen aan de beschikbare hoeveelheid asfalt, maar meer aan hoe we de infrastructuur gebruiken. Dat vind ik een hele goede ontwikkeling, en merk dat dit steeds meer gezien en gedragen wordt. Ook door werkgevers die hun mobiliteitsbeleid aanpassen. Niet alleen wijzen naar de overheid dat ze meer asfalt en wegen moet aanleggen, maar dat ze zelf ook de verantwoordelijkheid pakken en meedenken, bijdragen. Werkgevers zien dat er ook andere maatregelen nodig zijn. Het blijft daarbij wel belangrijk dat werkgevers ons blijven voeden en meedenken wat ze nodig hebben.”
“Het is mooi om te zien hoe de benadering van de bedrijven richting ons steeds actiever wordt, er is iets aan het verschuiven.” zegt Matty bevestigend. “We worden steeds vaker benaderd om te helpen. Dat is niet alleen omdat we steeds zichtbaarder zijn en de middelen hebben, maar ook omdat we weten hoe het werkt. We zijn gewoon goed in wat we doen, en dat durf ik zonder gêne te zeggen. Het is mooi om te zien hoe deze beweging zich voortzet. En hoe ons enthousiaste team hiermee omgaat. Zeker nu we achter de schermen meer zijn gaan samenwerken kunnen we nog meer bereiken in heel Overijssel.”
Trots
“En daar ben ik erg trots op.” Zegt Tineke. “Dat we vanuit de ontwikkelingen bij de provincie met ons team geïntegreerd zijn met Twente Mobiel. En er één backoffice van gemaakt hebben. De actie Fietsmaatjes is een geweldig voorbeeld hoe goed dat werkt. Het is ongekend dat we met een project zoveel mensen in beweging zetten. 5.000 medewerkers stappen nu op de fiets naar het werk en stimuleren elkaar! En dat is gelukt omdat we het samen hebben opgeschaald.” Tineke lacht: “Twente Mobiel was eerst toch een beetje de concurrent, maar nu is het één organisatie die werkt aan hetzelfde doel. Het is mooi om het aan de achterkant samen te doen en aan de voorkant twee verschillende identiteiten te hebben. Dit is voor de provincie een mooie versterking.”
Matty glimlacht: “En dat maakt deze opdracht ook zo leuk. We kunnen door samen te werken en met elkaar te leren sterker de toekomst in. En door nog meer te verbinden met de werkgevers, medewerkers en andere partijen kunnen we de mobiliteitsvraagstukken van vandaag én morgen aan. Ik zie het met veel enthousiasme tegemoet!”